zaterdag 28 januari 2012

SANDER LUSKE: ETEN, VORMGEVING EN BEELDVORMING



Categorie: interview
Onderwerp: Sander Luske over vormgeven en fotograferen
Datum gesprek: 18 januari 2012

Sander Luske (Nijmegen 1970) studeerde van 1988 tot 1993 aan de afdeling 3D Design van Artez in Arnhem. Na zijn afstuderen werkte hij als vormgever met als specialisatie porselein. Sinds een aantal jaren geeft hij ook les aan de afdeling Product Design van Artez in Arnhem. Hij is lid van de examencommissie van Artez en lid van de raad van toezicht van Stichting Leniging Atelier Nood Kunstenaars. Het gesprek vindt plaats in de door Luske tot woonhuis en atelier verbouwde keuken van een voormalig bejaardentehuis in de wijk Presikhaaf.

Waar ben je mee bezig?
Met het ordenen van mijn verzameling kookboeken. Daar hecht ik nogal aan. Ik heb onder andere dit Japanse kookboek. Dat heb ik in 2010 gekocht in Osaka waar ik op dat moment een solotentoonstelling had ingericht van mijn werk. Het aardige ervan is dat het niet alleen laat zien hoe het gerecht er uiteindelijk uitziet, maar dat het aan de hand van een reeks foto's heel precies laat zien hoe je te werk moet gaan. Het
bekijken van die foto's is al een plezier op zich. Je ziet een vishapje en dan tonen de foto's stap voor stap hoe je de vis schoonmaakt, in mootjes snijdt en opmaakt voor het gerecht. Dat vind ik een interessante invalshoek. Als je eet heb je meestal gekookt. Maar wat is nu belangrijker, het doel of de reis? In veel westerse kookboeken lijkt het doel het meest belangrijk. Voor Japanners, of in ieder geval de makers van dit boek, lijkt de reis minstens zo belangrijk. En daar hebben ze volgens mij gelijk in omdat de foto's van de reis veel vertellen over het uiteindelijke doel, meer dan een foto van het doel alleen. Dat soort zaken houden me bezig omdat ik me naast het ontwerpen ben gaan toeleggen op het fotograferen van voedsel.

Is dat een zijweg?
Het fotograferen van voedsel is, en dat is niet onbelangrijk in deze moeilijke tijden, onder andere een bron van inkomsten, hoewel ik het ook gratis doe voor de kookrubriek van het Utrechtse Straatnieuws. Dat neemt niet weg dat het fotograferen van voedsel min of meer is voortgekomen uit het vormgeven van porselein. Ik ontwerp vanaf 1993 gebruiksgoed: bekers, borden, kopjes, schotels en schalen. Dat deed ik samen met Jan Broekstra en alleen. Zowel met Jan als op eigen houtje was het altijd de vraag hoe je je werk zou kunnen presenteren. Meestal maak je een tentoonstelling in een winkel of een galerie. Dat heeft iets saais. Porselein is gebruiksgoed en in mijn ogen geen autonome kunst. Hoe kun je dat aankleden, zodat het spannender is om er naar te kijken en erbij te zijn? Ik en Jan hebben er vaak voor gekozen om het tentoonstellen te combineren met het koken en opdienen van eten. Eten is een alledaags en tegelijkertijd complex gebied. Zolang er mensen zijn, houden ze zich bezig met de vraag wat eten we vandaag? Dat is tegenwoordig niet anders dan drieduizend jaar geleden, maar mensen zijn tegenwoordig wel verder van voedsel af komen te staan. Veel van wat we eten is industrieel bewerkt. Daardoor is koken thuis niet zelden het vermengen van industriële en halfindustriële producten. Dat levert weliswaar tijdwinst op, maar ook een vervlakking van de beleving en de smaak. Jan en ik wilden dat een beetje omdraaien. Dat deden we aanvankelijk vrij simpel: zelf ter plekke pasta maken of tijdens een presentatie uit tomaten een hele goede tomatensaus koken. Later ben ik ook limonade, ijs en bier gaan maken.

Wat is de zin daarvan, moet ik straks m'n eigen varken gaan slachten?
Je moet het doen als het je trekt. Ik vind het werken met basisingrediënten juist heel plezierig. Zelf zuurdesem maken voor zuurdesembrood of bier brouwen, levert beleving en kennis op. Het is leuk om naar te kijken, het ruikt goed of vreemd en het levert interessante, tactiele ervaringen op. Het is de reis waar ik het net over had.

Maar het is ook omslachtig en tijdrovend?
Juist. Je kunt ook niet tegen mensen zeggen: ga zo koken als je grootmoeder. Veel mensen in Europa en Amerika leven onder een enorme tijdsdruk. Dat zal op de korte termijn niet veranderen. Tijdsdruk is een onlosmakelijk deel geworden van ons leven net als het dictaat van de doelmatigheid: de allesoverheersende druk om de beleving van het moment, de handeling en het detail op te offeren aan de efficiency van economische en organisatorische processen. Dat is een alles overheersende factor, zelfs op het niveau van het gezin en het huishouden. Onder die omstandigheden vormen voedsel, koken en eten een soort eiland. Eten is voor een deel een routine, maar mensen kunnen in die routine als ze willen veel beleving leggen. Eten en koken is een aanleiding om de roes van de haast te doorbreken en om je bezig te houden met dingen die goed voor je zijn: kijken, proeven, ruiken, aanraken en samenzijn met anderen. Mijn producten zijn ontworpen om een bijdrage te leveren aan dat soort vormen van beleving binnen de dagelijkse routine. Het zijn voorwerpen die dienen als de aankleding en de intensivering van een huiselijke sfeer die onontbeerlijk is om er weer tegen aan te gaan.

En wat heeft dat met fotografie van voedsel te maken?
Iedere ontwerper weet dat je weliswaar allerlei producten kunt maken, maar dat de bedoelingen en de gebruiksmogelijkheden van die producten niet voor iedereen zonder meer duidelijk zijn. Een kommetje doet geen uitspraken over je opvattingen over eten en koken. En toch moet je als ontwerper duidelijk maken wat jouw product voor rol kan spelen in iemands leven. Fotografie is een van de middelen om dat te vertellen, zeker nu mensen via internet en sociale media met elkaar communiceren door het uitwisselen van beeldmateriaal.

Fotografie, of beter gezegd beeldvorming, is met andere woorden een onlosmakelijk deel van het vormgeven geworden?
Dat was het altijd al, maar ik denk dat iedereen zich daar meer bewust van is geworden. Een ontwerper moet er iets mee kunnen doen. Als ik les geef probeer ik dat ook over te dragen. Ik werk op dit moment met een groep tweedejaars studenten aan een opdracht. De opdracht is om na te denken over het voedsel van de toekomst. In dat kader moeten studenten een gerecht en een recept bedenken. Die gerechten gaan we gezamenlijk op de Academie bereiden en proeven. Naar aanleiding van hun recept en het gerecht moeten de studenten vervolgens een keramisch product ontwerpen. Van dat product moeten ze een prototype vervaardigen en vervolgens moeten ze ook een fotoshoot maken waarbij de foto's het verhaal van het product vertellen.

En wat ga je zelf nog doen met fotografie?
Het blijft een onderzoeksgebied. Ik ben ook geen geweldige fotograaf, maar meer een knutselfotograaf. Porselein is traag en vraagt om precisie, fotografie is sneller, maar ik leg er wel veel aandacht en precisie in omdat ik zorgvuldig ensceneer. Waar ik nu mee bezig ben, is wat ik The wrong recipe noem: onheil in de keuken en eten als chaos. De belangrijkste bron van inspiratie vormen daarbij de zaken die met koken mis kunnen gaan: aanbranden, klonteren, de schaal die uit je handen valt en de sporen die dat nalaat. Wat ik er precies aan heb, moet nog blijken. Ik ben er mee aan het spelen.