MMKA. Foto
Willem Franken
|
Onderwerp:
Flos Wildschut over het onderwerp condensed reality en de Biënnale Gelderland 2012
Data-mailverkeer 20 februari 2012
Data-mailverkeer 20 februari 2012
Flos
Wildschut (Heerlen, 1960) studeerde van 1980 tot 1989
kunstgeschiedenis aan de Katholieke Universiteit Nijmegen. Ze werkte
de afgelopen 15 jaar als curator bij het Nederlands Foto Instituut
(nu Nederlands Foto Museum) te Rotterdam en was voorzitter
stimuleringssubsidies bij het Fonds BKVB (nu Mondriaan Fonds). Sinds
3 jaar werkt zij als onafhankelijk curator. Voor het Museum voor
Moderne Kunst Arnhem maakte zij, samen met Krien Clevis, in 2009 de
tentoonstelling Ophelia,
Sehnsucht, melancholie en doodsverlangen.
In 2011 stelde zij met Charlotte van Lingen voor de Kunsthal in
Rotterdam de fotografietentoonstelling Voor
de lens: Crisis!
samen. De tentoonstelling Proeftuin,
die eind vorig jaar in Showroom Arnhem plaatsvond was eveneens van
haar hand.
Je
gaat als curator een tentoonstelling samenstellen en inrichten die in
september en oktober 2012 is te zien in Museum voor Moderne Kunst in
Arnhem. De tentoonstelling, onder de titel De wereld zien in een korrel zand, moet inzicht bieden in de
recente kunstproductie in Gelderland. Denk je,
nu even afgezien van je eigen tentoonstelling, dat kunst en vormgeving in Gelderland zich op een of andere manier onderscheiden? Zijn er eigenaardigheden, stromingen, bepalende figuren of centra aan te wijzen of zie je vooral diversiteit en de weerspiegeling van nationale en internationale ontwikkelingen?
nu even afgezien van je eigen tentoonstelling, dat kunst en vormgeving in Gelderland zich op een of andere manier onderscheiden? Zijn er eigenaardigheden, stromingen, bepalende figuren of centra aan te wijzen of zie je vooral diversiteit en de weerspiegeling van nationale en internationale ontwikkelingen?
Ik
ben door het MMKA gevraagd om als curator op te treden voor de tentoonstelling en het het daaraan verbonden festival. Het is de bedoeling dat er in het MMKA een grote
tentoonstelling komt en rondom het museum een satellietprogramma.
Zowel tentoonstelling als satelliet, waarvoor ik een concept heb geschreven, worden geprogrammeerd aan de hand
van een thema: condensed reality.
Dat thema gebruik ik als leidraad om een deel van de recente
kunstproductie in Gelderland te laten zien. Je moet nu eenmaal
kiezen. Want als ik de hele Gelderse kunstproductie van de afgelopen
jaren zou tonen, krijg je een soort beurs en dat is niet wat me voor
ogen staat. Ik had het ook anders kunnen aanpakken. Ik had me eerst
breed kunnen oriënteren op de Gelderse kunstproductie en daaruit
een thema kunnen distilleren. Daar heb ik bewust niet
voor gekozen. Ik ga er namelijk van uit dat er niet zoiets bestaat
als Gelderse
kunst of vormgeving.
Gelderland is geen eiland. Kunstenaars en vormgevers opereren ook in
Gelderland steeds internationaler, ondergaan invloeden van over de
hele wereld. Het is misschien een clichébeeld, maar het is wel
waar. Door alle communicatiemiddelen is de wereld de laatste decennia
veel kleiner en toegankelijker geworden. Ik ben er dus van overtuigd
dat in Gelderland nationale en internationale ontwikkelingen
weerspiegeld worden. En dat hoop ik met de tentoonstelling en de
satellietprogrammering te laten zien.
Zou
je het tentoonstellingthema wat nader kunnen omschrijven?
In
de tentoonstelling breng ik kunstenaars samen die vanuit een bepaalde
mentaliteit werken; kunstenaars die in het kleine, het minuscule, het
grote proberen te ontdekken of die het grote terugbrengen tot een
handelbare proportie om het te kunnen begrijpen. Zij condenseren als
het ware de werkelijkheid. Zij dikken die werkelijkheid in, zodat het
pure, de essentie zichtbaar wordt.
foto 1 |
Het
concept komt voort uit kijken, uit het bestuderen en benoemen van
actuele tendensen in de kunst. En natuurlijk spelen mijn eigen
voorkeuren ook een rol. Ik meen bepaalde stromingen in de kunst van
nu te ontdekken en met de stromingen die ik interessant vind, hoop ik
iets te kunnen doen. Die ontdekkingen
wil ik graag delen met anderen om er met elkaar over van gedachten te
kunnen wisselen. En om te bekijken of mijn ideeën ook kloppen en
relevant zijn. Ik zie bij veel kunstenaars aanknopingspunten met
condensed
reality
als houding en mentaliteit. Het lijkt wel een reactie op een steeds
maar drukker en hectisch wordende wereld. De hang naar essentie en
kernachtigheid bespeur ik ook bij mezelf, vandaar de
aantrekkingkracht die het op me uitoefent. Het voelt als een
verademing. Ik vind het prettig als ik werk van kunstenaars zie waar
ik de tijd voor mag en moet nemen, waar mijn zintuigen door
geprikkeld worden, waar ik nieuwsgierig van word en waar ik meer van
zou willen weten. Condensed reality is iets wat op dit moment in de
lucht hangt, maar het staat niet los van Gelderland en zeker niet van
Arnhem. Ik denk dan vooral aan de fysieke kenmerken van het gebied.
Toen ik werd gevraagd om curator van de Biënnale Gelderland te worden ben ik gaan
nadenken of er zoiets als typisch Gelders of typisch Arnhems bestaat.
Ik kwam niet uit bij de kunst, maar bij het landschap. Ik heb lang in
Nijmegen gewoond. Ongeveer 15 jaar geleden ben ik naar Rotterdam
verhuisd. Telkens als ik terugkom in Gelderland word ik geraakt door
het landschap; de prachtige Ooijpolder bij Nijmegen, de Veluwe, het
IJsselgebied. Hoewel ik na 15 jaar verblijf in het Westen de
Hollandse polders ook ben gaan waarderen, gaat er niets boven het
Gelderse landschap. Arnhem vormt daarvan in mijn ogen de spil. Hier
komen verschillende landschapstypen samen en hier dringt de natuur in
de vorm van parken tot ver in de stad door. De parken kunnen gezien
worden als weerspiegelingen van de verschillende, Gelderse
landschappen. Sonsbeek is een echo van de Veluwe, Meinerswijk van het
uiterwaardengebied en het nieuwe Park Lingezegen tussen Arnhem en
Nijmegen is in feite een gecondenseerd Betuwelandschap. De methode
van het condenseren wordt in de landschapsarchitectuur veelvuldig
toegepast om een park of tuin te ontwerpen. Ze worden ontworpen als
microlandschappen waarin de grootse natuur op een sterk
geconcentreerde manier kan worden ervaren. Arnhem - en in het
bijzonder het MMKA, dat een fysieke spil vormt tussen de
verschillende parken en landschappen en van waaruit je een weidse
blik op het Gelderse rivierengebied hebt - is dan ook de plek bij
uitstek om het thema condensed
reality
over het voetlicht te brengen.
Wat
moet je tentoonstelling volgens jou op z'n minst bevatten en laten
zien en wat valt er buiten de boot?
De
tentoonstelling moet een bepaalde mentaliteit die ik bij
verschillende kunstenaars bespeur verhelderen. Ik wil laten zien dat
het thema internationaal is en wil dit koppelen aan de Gelderse
praktijk. Dat betekent dat de tentoonstelling voor het overgrote deel
uit werk van Gelderse kunstenaars zal bestaan, gecombineerd met een
aantal (inter)nationale kunstenaars. Verder wil ik een variatie aan
disciplines en kunstenaars van verschillende generaties in de
tentoonstelling opnemen. Het thema vormt dus de leidraad voor mijn
zoektocht. Kunstenaars die ik interessant vind, maar die niet binnen
het thema passen, kan ik niet in de tentoonstelling opnemen. Maar ook
uit de kunstenaars die wel binnen het thema passen, zal ik keuzes
moeten maken. De ruimte die ik in het MMKA ter beschikking heb is
weliswaar groot, de hele westvleugel, maar er passen toch maar een
bepaald aantal werken in. En ik wil uiteraard dat de tentoonstelling
een samenhangend geheel vormt.
foto 2 |
Allereerst
zou ik graag je aanname over het feit dat artistieke kwaliteit op de
achtergrond is geraakt ter discussie stellen. Er is volgens mij enorm
veel aandacht voor artistieke kwaliteit. Ook in de politiek, waar het
woord excellent
veelvuldig wordt gebezigd als het om cultuur gaat.
De
discussie over publieksbereik is de laatste decennia wel erg
doorgeslagen. Het gaat niet meer over de kwaliteit van
publieksbereik, maar alleen over aantallen. Culturele instellingen
moeten vooral véél
publiek trekken. Ik vind dat een verkeerde discussie.Dat je publiek
moet trekken is evident. Een theatergroep die voor een lege zaal
optreedt is voor alle partijen verschrikkelijk: voor de acteurs, voor
het publiek dat wel komt kijken en voor de schouwburg. En een
kunstenaar wil uiteindelijk natuurlijk ook dat zijn of haar werk
gezien wordt. Ik denk niet dat hét
publiek bestaat. Er zijn verschillende publieksgroepen. Sommige
groepen zijn massaal, zoals bij popconcerten of voetbalwedstrijden.
Andere groepen zijn veel kleinschaliger, zoals bij opera of een
intiem klassiek kamerconcert. Ook de kunst heeft verschillende
doelgroepen. Een voorstelling of een kunstwerk dat voor kleine,
specifieke doelgroepen bedoeld is, heeft net zoveel bestaansrecht als
een popconcert in de Ahoy of het Gelredome. Maar je moet er wel alles
aan doen om die specifieke doelgroep ook daadwerkelijk te bereiken en
om het juiste podium te kiezen. Artistieke kwaliteit speelt daarbij
een essentiële rol. Het publiek is zich terdege bewust van
kwaliteit, ziet veel, leest veel, is op de hoogte. Voor een
tentoonstellingsmaker ligt de lat dus hoog. En ook voor een
kunstenaar. En daar zijn kunstenaars zich ook van bewust. Ik ben het
er dan ook volstrekt mee oneens dat de moderne kunstenaar lak heeft
aan het publiek en alleen rekening houdt met de kwaliteitseisen van
vakbroeders. Natuurlijk kun je stellen dat kunstenaars hun eigen
kwaliteitseisen stellen. Maar ook dat is in feite een manier om
rekening te houden met het publiek, want het publiek stelt
tegenwoordig
ook van dergelijke hoge eisen. Kwaliteit en rekening houden met je
publiek zijn voor mij en in de huidige kunstpraktijk dus geen
gescheiden zaken Dat geldt ook voor De Biënnale Gelderland van 2012. Het is zaak om mensen
goed te informeren over de uitgangspunten en de opzet van het
programma en ze te prikkelen om daadwerkelijk te komen. Ik denk dat
de combinatie van een tentoonstelling en een kort en krachtig
festival gedurende 10 dagen daaraan meewerkt. Het zorgt ervoor dat er
kruisbestuivingen ontstaan tussen verschillende disciplines. Mensen
die van muziek houden bekijken ook de tentoonstelling en pikken een
film mee. Mensen die specifiek voor de tentoonstelling komen nemen
een kijkje bij een theatervoorstelling of gaan naar een lezing. Je
moet mensen prikkelen met kwaliteit op elk niveau.
Foto 1: opbouw tentoonstelling Ophelia (2009) Flos Wildschut bij een werk van Guido Geelen. Aan de wand een werk van Desiree Dolron. Foto Elly Strik.
Foto 2: tentoonstelling Proeftuin 2011-2012 Stichting G.A.N.G., werk van Frank Bruggeman en Club Donny
Foto 1: opbouw tentoonstelling Ophelia (2009) Flos Wildschut bij een werk van Guido Geelen. Aan de wand een werk van Desiree Dolron. Foto Elly Strik.
Foto 2: tentoonstelling Proeftuin 2011-2012 Stichting G.A.N.G., werk van Frank Bruggeman en Club Donny