woensdag 19 oktober 2016

BRAM KUYPERS: OEFENINGEN IN TEDERHEID

Categorie: interview
Onderwerp: Bram Kuypers over zijn werk
Auteur: Peter Nijenhuis
Datum gesprek: 17 oktober 2016

Bram Kuypers (Arnhem 1989) behaalde in 2014 zijn bachelordiploma aan de afdeling Fine Art van ArtEZ in Arnhem. In 2016 verbleef hij als artist-in-residence in Schloß Ringenberg in het Duitse Hamminkeln en ontving hij een Werkbijdrage Jong Talent van het Mondriaan Fonds. Werk van Bram Kuypers is tot en met 30 oktober 2016 te zien in Expoplu in Nijmegen en van 5 tot en met 27 november 2016 in Studio Omstand in Arnhem.


Wat is voor jou een aanleiding om werk te maken?
Meestal is het een tamelijk eenvoudig idee of een vraag. Wat gebeurt er als ik 100 kilometer om een rond gebouw fiets? Kan ik de waarneming van een fietsende fietser op een of andere manier stilzetten om het allemaal beter te zien? Is er een manier om een lampion niet weg te laten vliegen, maar bij je te houden?

Waar komen dat soort ideeën vandaan?
Tja, dat is moeilijk te zeggen. In veel gevallen gaan ze over de vraag hoe je iets zichtbaar kunt maken dat doorgaans aan de aandacht ontsnapt. De werkelijkheid wordt anders als je moeite doet om hem anders te zien en te behandelen. Ideeën daarover verschijnen. Meestal schieten ze me te binnen als ik aan het hardlopen, wandelen of fietsen ben. Er komen ook weleens andere dingen bij kijken. Tijdens mijn verblijf in Schloß Ringenberg heb ik voornamelijk hardgelopen. Concreet werk heb ik er niet veel gemaakt. Ik heb tijdens het hardlopen mijn hoofd kunnen leegdenken. Ik hoefde niets. Dat komt me nu goed uit. Ik heb de komende maanden een overvolle agenda en ik moet veel werk maken, wat beter gaat als je een tijd lang alleen maar hebt kunnen lopen of fietsen en vrij hebt kunnen denken. In Schloß Ringenberg ben ik overigens wel op een bepaald spoor gekomen. Op een gegeven moment had ik een groot blok piepschuim in mijn werkruimte staan. Tijdens mijn afwezigheid koos een van de duiven van het kasteel mijn werkruimte als plek van verblijf en poepte op het blok piepschuim. Dat trok mijn aandacht en bij het bespieden van de duif die zich op een balk tegen het plafond ophield, werd mijn aandacht getrokken door de opvallende diepe kleur rood van het plafond. Wat was dat voor kleur? Volgens de beheerders van het kasteel was dat de kleur ossenbloed. Nu wordt die kleur niet gemaakt van ossenbloed, maar van ijzeroxide. Tijdens mijn hardlooptochten rond Schloß Ringenberg liep ik echter telkens langs een grote fabriek zonder enige belettering of aanduiding die voor de helft in die kleur ossenbloed was geschilderd. Wie schetst mijn verbazing: bij navraag blijkt in die fabriek afvalbloed van geslachte runderen te worden verwerkt tot veevoer. De werkelijkheid zit ingewikkelder in elkaar dan je denkt. Ik ben er nog niet over uitgedacht. De rol van de duif intrigeert me ook. Is het toeval dat ik door een duif, een dier dat van oudsher boodschappen overbrengt, op het spoor ben gebracht van een kleur? Misschien, maar misschien ook niet... Ik ben me in ieder geval gaan verdiepen in duiven en in de wereld van de duivenhouders, de vliegwedstrijden, de fijne kneepje van het duiven houden en oude duivenklokken. Waar het toe leidt weet ik nog niet. Ik heb inmiddels het geraamte van een zogenaamde 'spoetnik' gebouwd, een invliegklep. Duiven kunnen door die klep hun hok binnenkomen, maar niet weer zomaar vertrekken en dat is essentieel als je als duivenhouder aan wedstrijden meedoet. Wat ik met die spoetnik ga doen, weet ik ook nog niet. Met dit hele verhaal wil ik overigens niets anders zeggen, dan dat sommige ideeën een nogal grillige ontstaansgeschiedenis hebben die wordt bepaald door toevalligheden - of ogenschijnlijke toevalligheden - die pas na verloop van tijd een bepaalde samenhang vertonen. Wat me bijvoorbeeld fascineert in de duivensportwereld is het feit dat de duiven in het echt vliegen en de duivenhouders in gedachten. Dat interesseert mij niet in de laatste plaats omdat ik zelf vanaf mijn vroege jeugd fantaseer over vliegen en vliegtuigen en ook nog eens een parallel zie met vliegtuigspotters. Net als duivenhouders vormen vliegtuigspotters een wereldje van fanatiekelingen en dromers. Gaat het bij duivenmelkers en vliegtuigspotters uiteindelijk niet om spel, om het toekennen van een bijzondere betekenis aan iets, om het je engageren ermee en het ervaren en ontdekken waar dat engageren vervolgens toe leidt? Dat interesseert me, omdat ik vermoed dat ik in mijn eigen kunstenaarschap een manier zoek me te engageren met mensen en dingen, om te spelen en te ontdekken.

Moeten de ideeën die je te binnen schieten worden uitgevoerd?
In sommige gevallen is dat absoluut nodig. Ik heb enerzijds een hang naar het meditatieve: het herhalen van een handeling, rondjes fietsen, balanceren en dat soort dingen. Concentratie zonder op een doel of uitkomst gericht te zijn en daardoor het scheppen van openheid en rust lijkt me voor iedereen belangrijk. Anderzijds vind ik dat ik mijzelf en anderen moet verrassen. Veel van mijn ideeën zijn min of meer onmogelijk. Ik heb een voorkeur voor ideeën waarvan je aanvoelt dat de uitvoering problemen gaat opleveren. Door die problemen kom je voor verrassingen te staan. Je wordt gedwongen om naar oplossingen te zoeken die de zaak een onvoorziene wending kunnen geven. Does a waterfall move or is it just playing is een performance van vier uur. Ik vroeg me af of ik de waarneming van een fietser stil kon zetten of aanzienlijk kon vertragen. In normale omstandigheden zie je immers altijd een fietser in voortdurende beweging, die zich naar je toe of van je af beweegt. Niets is op geen enkel moment hetzelfde. De oplossing die ik bedacht was om voor een wisselende projectie van drie kleuren op een rollerbank te fietsen en dat gedurende vier uur. Op zo'n rollerbank moet je doorfietsen om je evenwicht te houden. Kon ik dat en kon ik dat zo lang achter elkaar zonder van de rollerbank te vallen? Als je zo'n idee uitvoert, kom je erachter dat in balans en 'stilstaand' fietsen behoorlijk wat concentratie en inspanning vergt. Zoiets blijkt ook als je een lampion niet wilt laten wegvliegen, maar in rust op een bepaalde plek wilt houden. Het was een heel gezoek om het juiste gasflesje, het juiste beweegbare slangetje en het juiste brandertje te vinden om de lampion aan de gang te krijgen en het vroeg ook oefening om de lampion op zijn plek te houden. Aan het uitvoeren van een idee kleven overigens ook risico's. Een goed idee kan door de uitvoering helemaal kapot worden gemaakt. Je kunt jezelf, door er praktisch iets van te willen maken, beroven van een mooie fantasie. Maar dat vind ik ergens ook wel weer o.k. Als een idee niet tegen de werkelijkheid bestand is, dan is dat maar zo.

Doet het ertoe hoe de uitwerking van het idee er uiteindelijk uitziet, stel je wat dat betreft esthetische eisen?
Het esthetisch voorkomen van een werk is veelal de uitkomst van hoe het is uitgevoerd en waartoe het dient. Ik probeer niets meer te gebruiken in de uitvoering van een idee dan nodig is. Dit betekent zeker niet dat esthetiek geen rol speelt in mijn werk of mijn leven. Wanneer ik ga fietsen scheer ik bijvoorbeeld mijn benen omdat dit een esthetische voorwaarde is om fietser te zijn. Het scheren van de benen dient eigenlijk geen nut, tenzij je echt topsporter bent of heel vaak onderuit gaat. Door als amateur toch je benen te scheren, waan je jezelf een topsporter en daardoor neem je jezelf toch nèt iets serieuzer. Voor hardlopen werkt dit ook zo. Esthetiek is bij het spelen van enorm belang, want spelen is ten slotte 'doen alsof'. Ieder kind neemt zichzelf als Batman ook veel serieuzer wanneer het een cape draagt. Als ik ga fietsen voor een performance, of überhaupt voor mijn plezier, dan wil ik ook dat er een fietser zichtbaar is, dus heb ik alle attributen die nodig zijn om deze fietser te laten zien. Wanneer ik een lampion wil laten zweven, dan moet die lampion er net zo een zijn als alle andere. Het moet een typische lampion zijn en dus ga ik die niet zelf maken, maar zoek ik op eBay net zolang tot ik precies de juiste, typische lampion heb gevonden. Esthetiek is dus heel belangrijk, maar eisen op dat vlak bepaal ik meestal niet zelf. Ze hangen af van de omstandigheden. Wanneer ik zelf esthetische eisen ga stellen, raak ik in de war.

Wat bereik je met het uitvoeren van je ideeën?
Je bedenkt, maakt en voert iets uit waar, zoals in het geval van de op zijn plek zwevende lampion, een kalmerende en gelukkig stemmende werking van uitgaat. Met Beyond the event horizon heb ik iets zichtbaar gemaakt wat gewoonlijk aan je voorbijgaat. We hebben foto's van plekken op aarde en in het heelal waar we nooit zijn geweest, maar een waterkoker die een wolkje damp uitblaast ontsnapt aan je aandacht. Een waterkoker is daar trouwens op gemaakt. Hij slaat af zodra het water kookt. Door een simpele ingreep en de plaatsing in een ogenschijnlijk dagelijkse, maar toch vreemde entourage, verander je dat. Ik besteed aandacht aan dingen en aan verschijnselen en daarmee maak je ze zichtbaar en verander je hun karakter. Door een ruwe houten pallet eindeloos te schuren ontdoe je het ding van zijn waardeloze, grove karakter. Mijn werk bestaat een reeks oefeningen in tederheid en dat is niet zelden een kwestie van zwoegen.