Onderwerp: het overleven van de
kunst in tijden van ingrijpende veranderingen
Datum gesprek: 5 juli 2012
Frank Blommestijn(Arnhem 1989) en
Michiel van der Werf (Arnhem 1987), onder meer opererend als DJ Walnoot, opende
op 4 juli het KUNST KUNST KANTOOR op de bovenste verdieping van de
kunstacademie in Arnhem.
Wat is hier de bedoeling van?
Van der Werf en Blommestijn: Dit
is een uitzendbureau voor kunstenaars. Hier heb je formulieren om je in te
schrijven.
Van der Werf en Blommestijn: Ja
dat klopt misschien, althans als je het oppervlakkig bekijkt. Je ziet hier twee
wanden die het decor vormen van een kantoor zoals je dat bijvoorbeeld op tv
ziet. We hebben ook een nepplafond dat op camerabeelden net echt lijkt, een
machine die water koelt en op de vloer heugaveldtegels in twee kleuren blauw.
Via ons kantoor kijk je door een venster uit op een gangetje en een deur naar
een WC. De WC heeft overigens de trekken van het urinoir van Marcel Duchamp.
Verder is er een venster dat ogenschijnlijk uitzicht biedt op een snelweg met
voorbijrazend verkeer. Die snelweg moet je zien als de maatschappij die voortraast.
Misschien roept dat de onrustbarende vraag op hoe je als kunstenaar de snelheidsontwikkeling
op de snelweg bijhoudt. Maar je kunt de geprojecteerde snelwegbeelden ook zien
als een soort zee. Dat is misschien geruststellender of in ieder geval idyllisch.
Wat gebeurt er op die tv?
Van der Werf en Blommestijn: Op
het beeldscherm rolt een script voorbij van GTST, het echte leven zeg maar.
Alleen hebben we voor de gelegenheid de namen van de gebruikelijke personen
vervangen door de namen van personen uit de internationale en lokale
kunstwereld zoals Joseph Beuys, Damian Hirst en Klaas Gubbels.
Van der Werf en Blommestijn: Dit
is de plek. Het is een plek die hoort bij de virtuele wereld van de media, een
schijnplek zo je wilt, maar niettemin de soort plek van waaruit de
werkelijkheid op dit moment vorm wordt gegeven.
Van der Werf en Blommestijn:
Kunst heeft zich gevormd in een tijd waarin de ervaring van het kunstwerk in de
omgeving van het museum een centrale rol speelde. Je kon in een boekje naar een
kunstwerk kijken, maar waar het om ging was toch om je fysiek op te stellen
voor het kunstobject. Het belang dat werd gehecht aan de fysieke ervaring in de
directe aanwezigheid van het ene werkelijke ding, hoorde bij een cultuur van
concentratie: de concentratie van de kijker en de concentratie van kennis en
inzicht in een kunstobject dat die kennis en dat inzicht belichaamde. Voor
modernisten was er nog één waarheid, onafhankelijk van het moment of de context.
Het kunstwerk had ook één betekenis. Het vinden van die betekenis was de aangelegenheid
van een kleine groep van deskundigen, curatoren, kunsthistorici en kunstenaars.
Die waren het natuurlijk veelal niet eens, maar dat doet er niet toe. Het was
ook deze kleine kring van kunstspecialisten die bepaalde welke plaats in de
rangorde van het geheel van de kunst aan dit of dat kunstwerk moest worden
toegekend. Het publiek had bij dit alles een volgende rol.
Dat alles ligt inmiddels ver achter ons. De
gemiddelde mens is tegenwoordig niet op zoek naar concentratie of naar de
verheldering van één waarheid of betekenis. Dat er slechts één waarheid bestaat
of zou kunnen bestaan, vinden de meeste mensen tegenwoordig helemaal niet
aannemelijk, laat staan dat een kunstobject die ene waarheid of betekenis zou
kunnen belichamen. De gemiddelde mens laat zich tegenwoordig meevoeren door een
stroom van virtuele beelden. Die stroom is onze echte omgeving, de werkelijke
werkelijkheid waar de fysieke werkelijkheid maar zo’ n beetje bij hangt. De
beelden van de echte, virtuele werkelijkheid hebben geen vaststaande betekenis
meer en die betekenis wordt ook niet meer vastgesteld door specialisten op
grond van inhoudelijke argumenten. De betekenis van beelden en hun belang wordt
bepaald door het moment, de toevallige aanwezigheid van andere beelden in de
beeldstroom, maar niet minder door het feit hoeveel mensen een beeld bekijken en
uitwisselen. De betekenis van het beeld wordt met andere woorden voor een groot
deel bepaald door de media-aandacht die het krijgt. Wil kunst niet wegkwijnen
of marginaliseren als iets wat niet meer bij het leven en de werkelijkheid van
de meeste mensen past, dan zal kunst moeten aanknopen bij de cultuur van de
virtuele versnippering, het moment, het toeval en de media-aandacht.
Van der Werf en Blommestijn: Dit
kantoor, of zo je wilt decor, is de plek van waaruit we een reeks van
gebeurtenissen gaan ensceneren waarbij kunst de gedaante aanneemt van de mediacultuur.
We gaan media-aandacht opwekken. Media-aandacht is gewoonlijk een tijdelijke
beweging om iets. Vaak is dat iets na een tijdje weer nagenoeg niets. In ons geval
gaat het om beweging met als centrum de kunst. Dat lijkt ons, maar dit
terzijde, meer solide. We hebben nu al, op de tweede dag dat we geopend zijn,
een zestigtal inschrijvingen. Daaronder zitten echt niet de minste kunstenaars.
Kinke Kooi, Rinke Nijburg, het duo LaSalle, Leon Tebbe, Pieter van Evert en
jonge talenten als Hendrikje Schimmel, Thor ter Kulve en Job Willemsen; ze
zitten allemaal in onze dossiers. Of we ze direct kunnen inzetten bij onze
projecten weten we nog niet. Ze vormen in ieder geval ons netwerk en ons
startpunt. Wat we voorbereiden is een aantal gebeurtenissen waarbij de grenzen
tussen kunst en mediagebeurtenis niet meer zijn te onderscheiden.
Hoe moet ik me dat voorstellen?
Van der Werf en Blommestijn: Heel
eenvoudig. We gaan avonden organiseren voor publiek. Die avonden hebben geen
kunstkarakter, maar een mediakarakter, met alle zaken van dien, zoals vluchtige
beeldstromen, de voor het publiek aangename illusie deel uit te maken van een
mediamanifestatie en de mogelijkheid om via het beeldscherm naar jezelf kijken.
Van der Werf en Blommestijn: Juist
over kunst. We gaan niet lui achteroverhangen en afwachten wat het publiek nu
wil. We gaan nieuwe kunst maken en de kunst heruitvinden binnen het kader van
de mediagebeurtenis. Het gaat erom dat het publiek iets waardevols meekrijgt,
iets leert dat past binnen het leven van nu. De Brillodoos werd door de Pop Art
naar het museum gebracht en wij verplaatsen de Brillodoos opnieuw, nu naar de mediagebeurtenis.
Van der Werf en Blommestijn: Kunst zal onvermijdelijk geabsorbeerd worden door de mediawereld. Dat proces is
allang ingezet. De macht van de vroegere kunstspecialisten en de kunstenaar om
het belang en de betekenis vast te stellen voor het publiek is verdwenen. Die
macht is overgenomen door de media en het publiek. De vraag is, kun je dat
sturen? Wij denken van wel door als kunstenaar de mediawereld binnen te dringen
en de strategie van de mediawereld over te nemen. Wij vinden dat je je als
kunstenaar nu moet afvragen wat je van de kunst in de nieuwe cultuur wilt
behouden. Welke gedachten, welke beelden, welke woorden willen wij in de nieuwe
cultuur nog steeds denken, zien en spreken en hoe bereiken we dat? Het KUNST
KUNST KANTOOR ziet wat dit betreft kansen en die willen we benutten.