maandag 16 juli 2012

KUNST KUNST KANTOOR: KUNST OPNIEUW UITVINDEN ALS MEDIAGEBEURTENIS

Categorie: interview
Onderwerp: het overleven van de kunst in tijden van ingrijpende veranderingen
Datum gesprek: 5 juli 2012

Frank Blommestijn(Arnhem 1989) en Michiel van der Werf (Arnhem 1987), onder meer opererend als DJ Walnoot, opende op 4 juli het KUNST KUNST KANTOOR op de bovenste verdieping van de kunstacademie in Arnhem.


Wat is hier de bedoeling van?
Van der Werf en Blommestijn: Dit is een uitzendbureau voor kunstenaars. Hier heb je formulieren om je in te schrijven.


Ik ben geen kunstenaar en het lijkt hier niet op een echt uitzendbureau?
Van der Werf en Blommestijn: Ja dat klopt misschien, althans als je het oppervlakkig bekijkt. Je ziet hier twee wanden die het decor vormen van een kantoor zoals je dat bijvoorbeeld op tv ziet. We hebben ook een nepplafond dat op camerabeelden net echt lijkt, een machine die water koelt en op de vloer heugaveldtegels in twee kleuren blauw. Via ons kantoor kijk je door een venster uit op een gangetje en een deur naar een WC. De WC heeft overigens de trekken van het urinoir van Marcel Duchamp. Verder is er een venster dat ogenschijnlijk uitzicht biedt op een snelweg met voorbijrazend verkeer. Die snelweg moet je zien als de maatschappij die voortraast. Misschien roept dat de onrustbarende vraag op hoe je als kunstenaar de snelheidsontwikkeling op de snelweg bijhoudt. Maar je kunt de geprojecteerde snelwegbeelden ook zien als een soort zee. Dat is misschien geruststellender of in ieder geval idyllisch.

Wat gebeurt er op die tv?
Van der Werf en Blommestijn: Op het beeldscherm rolt een script voorbij van GTST, het echte leven zeg maar. Alleen hebben we voor de gelegenheid de namen van de gebruikelijke personen vervangen door de namen van personen uit de internationale en lokale kunstwereld zoals Joseph Beuys, Damian Hirst en Klaas Gubbels.

Alles bij elkaar is dat op een uitzendbureau niet echt gebruikelijk. Moet je hier wel zijn, als je als kunstenaar op zoek bent naar werk of een toekomst?
Van der Werf en Blommestijn: Dit is de plek. Het is een plek die hoort bij de virtuele wereld van de media, een schijnplek zo je wilt, maar niettemin de soort plek van waaruit de werkelijkheid op dit moment vorm wordt gegeven.

Leg dat eens uit.
Van der Werf en Blommestijn: Kunst heeft zich gevormd in een tijd waarin de ervaring van het kunstwerk in de omgeving van het museum een centrale rol speelde. Je kon in een boekje naar een kunstwerk kijken, maar waar het om ging was toch om je fysiek op te stellen voor het kunstobject. Het belang dat werd gehecht aan de fysieke ervaring in de directe aanwezigheid van het ene werkelijke ding, hoorde bij een cultuur van concentratie: de concentratie van de kijker en de concentratie van kennis en inzicht in een kunstobject dat die kennis en dat inzicht belichaamde. Voor modernisten was er nog één waarheid, onafhankelijk van het moment of de context. Het kunstwerk had ook één betekenis. Het vinden van die betekenis was de aangelegenheid van een kleine groep van deskundigen, curatoren, kunsthistorici en kunstenaars. Die waren het natuurlijk veelal niet eens, maar dat doet er niet toe. Het was ook deze kleine kring van kunstspecialisten die bepaalde welke plaats in de rangorde van het geheel van de kunst aan dit of dat kunstwerk moest worden toegekend. Het publiek had bij dit alles een volgende rol.
 Dat alles ligt inmiddels ver achter ons. De gemiddelde mens is tegenwoordig niet op zoek naar concentratie of naar de verheldering van één waarheid of betekenis. Dat er slechts één waarheid bestaat of zou kunnen bestaan, vinden de meeste mensen tegenwoordig helemaal niet aannemelijk, laat staan dat een kunstobject die ene waarheid of betekenis zou kunnen belichamen. De gemiddelde mens laat zich tegenwoordig meevoeren door een stroom van virtuele beelden. Die stroom is onze echte omgeving, de werkelijke werkelijkheid waar de fysieke werkelijkheid maar zo’ n beetje bij hangt. De beelden van de echte, virtuele werkelijkheid hebben geen vaststaande betekenis meer en die betekenis wordt ook niet meer vastgesteld door specialisten op grond van inhoudelijke argumenten. De betekenis van beelden en hun belang wordt bepaald door het moment, de toevallige aanwezigheid van andere beelden in de beeldstroom, maar niet minder door het feit hoeveel mensen een beeld bekijken en uitwisselen. De betekenis van het beeld wordt met andere woorden voor een groot deel bepaald door de media-aandacht die het krijgt. Wil kunst niet wegkwijnen of marginaliseren als iets wat niet meer bij het leven en de werkelijkheid van de meeste mensen past, dan zal kunst moeten aanknopen bij de cultuur van de virtuele versnippering, het moment, het toeval en de media-aandacht.

En dat moet dan gebeuren vanuit dit kantoor of decor?
Van der Werf en Blommestijn: Dit kantoor, of zo je wilt decor, is de plek van waaruit we een reeks van gebeurtenissen gaan ensceneren waarbij kunst de gedaante aanneemt van de mediacultuur. We gaan media-aandacht opwekken. Media-aandacht is gewoonlijk een tijdelijke beweging om iets. Vaak is dat iets na een tijdje weer nagenoeg niets. In ons geval gaat het om beweging met als centrum de kunst. Dat lijkt ons, maar dit terzijde, meer solide. We hebben nu al, op de tweede dag dat we geopend zijn, een zestigtal inschrijvingen. Daaronder zitten echt niet de minste kunstenaars. Kinke Kooi, Rinke Nijburg, het duo LaSalle, Leon Tebbe, Pieter van Evert en jonge talenten als Hendrikje Schimmel, Thor ter Kulve en Job Willemsen; ze zitten allemaal in onze dossiers. Of we ze direct kunnen inzetten bij onze projecten weten we nog niet. Ze vormen in ieder geval ons netwerk en ons startpunt. Wat we voorbereiden is een aantal gebeurtenissen waarbij de grenzen tussen kunst en mediagebeurtenis niet meer zijn te onderscheiden.

Hoe moet ik me dat voorstellen?
Van der Werf en Blommestijn: Heel eenvoudig. We gaan avonden organiseren voor publiek. Die avonden hebben geen kunstkarakter, maar een mediakarakter, met alle zaken van dien, zoals vluchtige beeldstromen, de voor het publiek aangename illusie deel uit te maken van een mediamanifestatie en de mogelijkheid om via het beeldscherm naar jezelf kijken.

Maar gaat het dan nog wel over kunst?
Van der Werf en Blommestijn: Juist over kunst. We gaan niet lui achteroverhangen en afwachten wat het publiek nu wil. We gaan nieuwe kunst maken en de kunst heruitvinden binnen het kader van de mediagebeurtenis. Het gaat erom dat het publiek iets waardevols meekrijgt, iets leert dat past binnen het leven van nu. De Brillodoos werd door de Pop Art naar het museum gebracht en wij verplaatsen de Brillodoos opnieuw, nu naar de mediagebeurtenis.

Wat is de zin daarvan?
Van der Werf en Blommestijn: Kunst zal onvermijdelijk geabsorbeerd worden door de mediawereld. Dat proces is allang ingezet. De macht van de vroegere kunstspecialisten en de kunstenaar om het belang en de betekenis vast te stellen voor het publiek is verdwenen. Die macht is overgenomen door de media en het publiek. De vraag is, kun je dat sturen? Wij denken van wel door als kunstenaar de mediawereld binnen te dringen en de strategie van de mediawereld over te nemen. Wij vinden dat je je als kunstenaar nu moet afvragen wat je van de kunst in de nieuwe cultuur wilt behouden. Welke gedachten, welke beelden, welke woorden willen wij in de nieuwe cultuur nog steeds denken, zien en spreken en hoe bereiken we dat? Het KUNST KUNST KANTOOR ziet wat dit betreft kansen en die willen we benutten.