Jan Brand voor een tekening van Joseph Beuys en de publicatie Joseph Beuys talks to Louwrien Weijers (1980) |
JAN BRAND: JOSEPH BEUYS GING CONSCIËNTIEUZER OM MET
ARNHEM DAN ARNHEM MET JOSEPH BEUYS
Categorie:
interview
Onderwerp:
Jan Brand over de jaren zeventig en het bezoek van Joseph Beuys aan Arnhem
Auteur:
Peter Nijenhuis
Datum
gesprek: 14 maart 2016
Jan Brand is redacteur van ArtEZ Press, de uitgeverij van
ArtEZ Hogeschool voor de Kunsten en in het verleden onder meer betrokken bij
het studium generale (destijds kaAp genaamd) en de organisatie van culturele
festivals in Arnhem.
In 1978 trad
Joseph Beuys vier dagen op in Arnhem tijdens een evenement dat Behaviour Workshop
heette. De workshop speelde zich af van 28 september tot en met 3 oktober in
Theater aan de Rijn. Wat was de achtergrond van die workshop?
In Arnhem werd in de jaren zeventig en tachtig een
aantal festivals georganiseerd. Daar was een aparte stichting voor in het leven
geroepen: Stichting Festival Arnhem. De stichting was weer een gevolg van de
Sonsbeektentoonstelling in 1971. Het idee en de samenstelling van de Sonsbeektentoonstelling
van 1971 waren in handen van Wim Beeren, conservator van het Haags Gemeentemuseum
en later directeur van het Museum Boymans van Beuningen en nog weer later het
Stedelijk Museum Amsterdam. De kunst die Beeren in 1971 tijdens Sonsbeek liet
zien, was een uitvloeisel van de vernieuwingen die in de tien jaar daarvoor in
de kunst hadden plaatsgevonden. Beeren liet, anders gezegd, de avant-garde
zien. Van de traditionele artistieke middelen en de scheidingen tussen genres
als schilderkunst, sculptuur en literatuur trok men zich in avant-gardekringen
niets meer aan. En met het aan de traditionele kunst verbonden discours, zoals
bijvoorbeeld de romantische opvatting van het kunstwerk als een individuele
uiting van de kunstenaar die daarmee een materiële vorm gaf aan een innerlijke
waarheid of hoger idee, had men in avant-gardekringen evenmin veel op. Wat een
kunstwerk was, hoe het eruit kon zien, tot stand kwam en hoe je erover kon
praten, kreeg door de avant-gardekunst van de jaren zestig en zeventig een
totaal andere inhoud. Tegenwoordig is dat volkomen aanvaard, maar in 1971
leidde de presentatie van nieuwe kunst tijdens de Sonsbeektentoonstelling tot
grote publieke commotie. Zelfs kunstenaars en kunstcritici liepen ertegen te
hoop. Wat het gemeentebestuur van Arnhem innam tegen de Sonsbeektentoonstelling
van 1971 was niet alleen de publieke commotie. Sonsbeek 1971 werd afgesloten
met een financieel tekort, dat overigens betrekkelijk gering was, en het aantal
bezoekers was volgens de schattingen - want precies berekenen kon men het niet
- beneden de verwachtingen gebleven. Dat alles was reden voor het stadsbestuur
om te besluiten dat er voorlopig geen Sonsbeektentoonstelling meer zou komen. Achteraf
gezien kun je je daarover verwonderen. Want Sonsbeek 1971 wordt tegenwoordig internationaal
beschouwd als een veelbetekenende tentoonstelling, maar toen was het blijkbaar
politieke wijsheid. Om in weerwil van dat besluit toch iets van een
cultuurbeleid te hebben, werd in de jaren zeventig de Stichting Festival Arnhem
opgericht. De Stichting organiseerde in 1974 het Romantisch Festival, in 1977 het Beethoven Festival en in 1978 Festival
Theater en Wij. Bij die laatste twee festivals was ik betrokken. Op verzoek
van Stichting Festival Arnhem stelden Marten Hendriks, Ad Gerritsen en ik samen
met Elly Gubbels, die voor het secretariaat zorgde, een beeldend kunstprogramma
samen dat aansloot bij de festivals.