Categorie: beschouwing
Onderwerp: de performance Wind
en het werk van beeldend kunstenares Marie Julia Bollansée
Auteur: Marlies Levels
Deze tekst
zoomt in op de performance Wind van
Marie Julia Bollansée (België 1960). Een uitvoering daarvan vond plaats op 18
mei 2014 in de tuin van het Museum Arnhem. De performance was een deel van het programma van de tentoonstelling Threads die tot 17 augustus 2014 in Museum Arnhem is te zien. [1]
Wind (van het Engelse werkwoord 'wikkelen') is een ‘blauwe performance’ en we zullen zien dat kleur een betekenisvolle
urgentie in het oeuvre van Marie Julia Bollansée heeft. In een klein omsloten
deel van de museumtuin met in het midden een grote boom, zichtbaar vanuit de Rijnzaal waar het publiek zich bevindt,
verschijnt opeens van rechts een blauwe vrouwelijke gedaante.
Het is de kunstenares zelf met in de linkerhand een grote bol blauwe wol. Het
blauw (een mengsel van lapis lazuli en ceruleum) heeft een onaards, onecht en
betoverend effect door het contrast met de natuurlijke kleuren eromheen.
De figuur begint het grasveld te omcirkelen
van buiten naar binnen in steeds kleinere rondgangen. Ondertussen wikkelt ze de draad af en strooit ze die uit als in een zaaibeweging. In het gras ontstaat een
eenvoudig labyrint. De rondgangen eindigen met een aantal korte cirkels om de
boomstam die enkele malen wordt omwikkeld tot de draad op is. Vervolgens neemt
de kunstenares plaats op een blauwe steen aan de voet van de boom, rug naar de
stam, gezicht gericht op de Rijnzaal en het publiek. Ze transformeert het kleed
waarin ze is gehuld. De lange, slipachtige uiteinden die om de schouders naar
voren werden vastgehouden met een brede riem, worden losgemaakt en met een
grote zwaai van de schouders geworpen. De aldus verlengde rok die nu zowel de voeten
als de als sokkel fungerende steen bedekt, wordt verder uitgeplooid rondom de
lichaamsas over de wortels van de boom. Dan staat Marie Julia Bollansée met de
armen langs het lichaam ongeveer een half uur stil, in een bevroren houding,
gelijk een sculptuur. Contouren van
figuur en boomstam versmelten, waardoor de figuur aan monumentale allure wint.
Tijdens het
hier beschreven stilstaan en wachten wordt het ervaren van tijd voor de
toeschouwer, die gewend is aan snelle actie en verandering, wat ongemakkelijk.
Gedurende de hele live-performance is in de Rijnzaal een video te zien van de
moeder van Marie Julia terwijl ze het door haar dochter gedragen performancekleed
breit. De continue breiende moeder, de gestage groei van het breisel maar
vooral de tikkende breinaalden versterken het gevoel van traag verlopende tijd.[2] Het
moge duidelijk zijn dat het niet de tijd van de klok is die wordt
gevisualiseerd, maar die van de duur, de ervaringstijd. De tijd die we onbewust
waarnemen in groei, herhaling en trage verandering of tijdens handelingen
waarin we opgaan, of dat nu spinnen, breien, lopen of iets anders is. Duur kan
als statisch worden gevoeld maar ook als groeibeweging door de optelsom van
verleden, heden en toekomst of het verhaal. Het heden presenteert zich in de
ruimte, dingen, mensen en dieren of in concepten daarvan, het verleden bestaat
in de dingen en hun verhalen. Wind is
echter geen performance die specifiek over tijd als duur gaat, al is het thema
daar wel nauw mee verbonden.
Bloedband
Een aan Wind nauw verwant werk en onderdeel van
de tentoonstelling Threads is de
videoclip van de performance Red String. De
performance werd vorig jaar uitgevoerd in het Theatre de Verdure op de citadel
van Namen. In beiden zien we het afrollen van een bol wol en het uitstrooien
van de draad in een bepaald tracé. Maar een essentieel verschil ligt in de kleur,
die in dit geval, de titel zegt het al, rood is. Kleur heeft voor Marie Julia
Bollansée een spirituele werking. Elke kleur heeft een ziel. In haar werk zien
we een beperkt aantal kleuren terugkomen. Naast rood en blauw is er wit en
zwart, zilver en goud. Ze kent elk van deze kleuren een specifieke betekenis
toe. Rood staat voor het begin van een nieuwe fase en blauw wordt verbonden met
reflectie.[3] In antwoord op de vragen die ik haar per mail
stelde, geeft Marie Julia Bollansée aan dat Wind
nauw aansluit bij een installatie getiteld Chemistry
bestaande uit onder meer een foto, een gedicht en wollen gebreide kleding uit
2002.[4] Op de bij de installatie horende foto zit
Marie Julia’s moeder aan de oever van een beek. Zijzelf staat midden in het
water, terwijl haar dochtertje Anaïs naakt een sprong maakt richting beek. Deze
setting is zeer nabij de boerderij waar de familie vier generaties lang heeft
gewoond. Het werk, dat is ontstaan vlak nadat de boerderij werd verkocht, lijkt
op een afscheid. Maar het bij de foto behorende gedicht van Marie Julia
Bollansée relativeert dit verlies en herinnert aan een universeler thema dat continuïteit
waarborgt via de DNA-keten van familiegeneraties:
We shall be gone
long ago
when the water
changes its way
when the house
tumbles down
but her chemistry
is yours
through my veins
M.J.B.
De titel en
het gedicht verwijzen naar die chemische relatie of intense nabijheid en
saamhorigheid, de verbinding van moeder, dochter en kleindochter ook wel
bloedband genoemd.[5]
Levensweg
In Wind
pakt Marie Julia Bollansée het thema van de levensdraad en bloedbanden tussen
de verschillende generaties vrouwen, de intimiteit of intense binding ofwel
chemie door ‘bloed’ opnieuw op. Het blauw staat hier voor de kleur van de aderen. In Wind worden de bloedbanden verbeeld door
middel van de blauwe draad evenals de labyrintische, aan toeval onderhevige
wandeling die naar de levensweg verwijst, en die met draad wordt ‘getekend’ in
het gras. Hier wordt in archaïsche metaforen ‘gesproken’. Ook de boom die
centraal staat in de performancesetting, draagt bij tot het thema van de
levensweg.
Aderen, labyrint en levensweg de vertakking in
de kruin van de boom, het breien, dwalen in cirkels... Al deze handelingen,
dingen en begrippen vormen een poëtisch conglomeraat. Het afwikkelen van de
draad verwijst vanouds naar de levensweg, maar ook naar bindingen, naar een
begin en einde. Zo beschouwd, gaat Wind
ook over binding aan een plek zoals een boom zich wortelt in de aarde. Het
omwikkelen met draad van de boom, het bedekken van zijn wortels met de zoom van
de rok wijst op zorgzaamheid en liefde voor een levend wezen. De boom is
vanouds een symbool van leven. In de Edda, een verzameling mythologische
teksten uit het middeleeuwse IJsland, heet de levensboom Yggdrasil. Aan zijn
voeten vloeit een bron en tussen zijn wortels bevinden zich drie Nomen: Duisternis
of Gevaar, Levensenergie en Wijsheid. Deze Nomen spinnen de levensdraad of
knippen hem door. De wortels verbinden het leven met de aarde, de stam verbindt de aarde met de hemel.
Existentiële
problematiek
Het is geen
geheim dat Marie Julia Bollansée geïnspireerd wordt door de Edda en het
wereldbeeld dat daarin wordt vertegenwoordigd. Marie Julia’s werk - zij begint
in 1999 met performances die op video worden vastgelegd - is in de literatuur
geschetst als een zoektocht naar de menselijke kern en sterk verbonden met
persoonlijke ervaringen. Zo hebben een aantal werken van Marie Julia Bollansée
van kort vóór 2002 hun oorsprong expliciet in het verwerken van verlies en rouw.[6]
Ook de sterke verwevenheid van haar werk met
de geboorteplek en omstandigheden past binnen de existentiële thematiek. Van
jongs af aan is Marie Julia Bollansée, die op een boerenbedrijf in Vlaanderen
opgroeide, vertrouwd met het zelf spinnen van wol en breien, hetgeen terug komt
in haar werk. In een performance in de winkel van Walter van Beirendonck in 2003
zit de geheel met Pruisisch blauw pigment ingesmeerde kunstenares op een krukje
urenlang verwoed te breien zonder op of om te kijken. Zowel spinnen als breien
zijn handelingen die tot een zeker automatisme, rust en trance kunnen leiden en
dus op deze wijze verbonden zijn met de psyche. Het zijn
bovendien mechanismen die als rituele handelingen kunnen worden gezien. Het
ritueel werd in de loop van de twintigste eeuw gedefinieerd als een
poging pijnlijke traumatische ervaringen te bezweren of te kalmeren door
herbeleving of een opgevoerd ceremonieel.[7] Marie
Julia Bollansée’s performances, foto’s en installaties kunnen als privé rituelen worden gezien waarin ze ervaringen uit haar
leven sublimeert door ze in een esthetische spelvorm om te zetten en te
communiceren binnen de zogenaamde ‘vrije zone’ van de hedendaagse kunst.
Rituele
kenmerken
Typerend voor
rituele praktijken is de maskering van individualiteit. Marie Julia Bollansée's gewone
verschijning wordt in de performances getransformeerd en gedepersonaliseerd
door de beschildering van het lichaam, naaktheid en specifieke kleding. Partiële
naaktheid is essentieel in Marie Julia’s performances. Marie Julia draagt
meestal een kleed waarbij de borsten bloot blijven: een topless ‘pij’ van
blauwe wol die losstaat van eigentijdse kleding en dus abstraheert van het
heden. Het naakte lichaam is per definitie ontdaan van tijdskenmerken en draagt
bij tot de universalisering van de menselijke verschijning. Het toont hier vrouwelijkheid.
Naakt vertegenwoordigt zowel kwetsbaarheid als dapperheid, kan provoceren en
taboes doorbreken. Kleding, gedeeltelijke naaktheid en bodypaint verhevigen de
depersonalisatie en abstractie van haar eigen lijfelijke aanwezigheid in het
werk. In zeer
variabele en verrassende varianten worden kleurfiguren op armen of tors, ogen
of een deel van het gezicht aangebracht, en zo ontstaat een vervreemdende en
schitterende postprimitieve make-up. In Red
String en Wind is de gehele huid
met kleurpigment bedekt. Marie Julia’s inspiratiebronnen of belevingen van
kleur lopen historisch uiteen van de Keltische koningin Boadicea, die blauw
gekleed ten strijde trok tegen de Romeinen, en de grote krijger koning
Caractacus, die het lichaam met wede blauw verfde voor de strijd, tot de
monochrome werken van Yves Klein.[8]
Het belang van de rituele depersonalisering
spreekt ook uit de naam van de kunstenares. In feite nam Marie Julia met de
geboorte van haar dochter Anaïs een nieuwe naam aan, een kunstenaarsnaam, en
bracht zo onderscheid aan tussen privé leven en kunstenaarsleven.
Een ander ritueel kenmerk betreft
disfunctionaliteit en onalledaagsheid van handelingen en attributen die
daardoor aan raadselachtigheid wint. Dit enigmatische wordt nog verhoogd door
een zekere traagheid en nadrukkelijkheid van de uitgevoerde bewegingen die zich
ontrollen door een geplande maar losse choreografie. Het afwikkelen van de bol
wol, het uitzaaien van draad, de wirwar van draden in het gras dat een patroon
vormt van een hoekige spiraalvorm of labyrint, en de ceremoniële wandeling zijn handelingen en tekens die verwijzen naar een onzeker en door toeval
bepaald traject. We zien een rituele voorstelling van de levensweg.[9] Ten slotte
leveren afwisseling van beweging door stilstaan of
poses evenals de alomtegenwoordige stilte tijdens de performance hun
bijdrage tot het rituele karakter.
Beeldhouwkunst
Behalve dat Wind inhoudelijk naar rituele sublimatie
van persoonlijke ervaringen verwijst, kun je het werk tevens associëren met
beeldhouwkunst of met de in beweging gestolde beelden uit de schilderkunst.
Want de performance is behalve een bewegende sculptuur in de ruimte ook ‘stom’
en ‘stil’ als de schilder- of beeldhouwkunst. Marie Julia wordt in de
performance een levende sculptuur in de werkelijke ruimte die we waarnemen. Je
zou de performance kunnen zien als een sequentie van sculpturen die zich
ontrollen in de tijd.
Gezien haar opleiding tot beeldhouwer is het
niet vreemd dat Marie Julia Bollansée’s werk sculpturale connotaties heeft. In
de literatuur worden zowel Minne als Rodin als referenties genoemd. Maar het is
een amalgaam van associaties van modern tot klassiek dat zich in haar werk
manifesteert. Behalve de hierboven genoemden refereert haar werk inhoudelijk
aan Kathe Kollwitz, maar ook zie ik echo’s van de gebarentaal van Egon Schiele
voor wiens werk zij bewondering heeft. De ingetogen bewegingen herinneren soms
ook aan de vroeg twintigste-eeuwse Ausdruckstanz. Dan weer zijn er flashbacks
naar Cranach, Botticelli, of de Prerafaëlieten. De performance markeert vooral
een bepaald Noord-Europees kunsthistorisch ‘hinterland’ met als meest recente
invloed de materialiteit van Ives Klein, het gebruik van readymade-materialen
en een souplesse in de omgang met het toeval. Naast Klein wordt ook Marina
Abramovic inspirerend genoemd.[10]
Historische
Romantiek
De in het werk van Marie Julia Bollansée
steeds terugkerende zoektocht naar verbinding van eigen leven met een grote
samenhangende orde (de natuur) is voor alles een uitgangspunt dat zijn
oorsprong vindt in de historische Romantiek. Marie Julia Bollansée’s voorkeur
voor kunstenaars uit Expressionisme en Symbolisme, stromingen die beschouwd
kunnen worden als de uitlopers van de historische Romantiek, sluit eveneens
daarop aan. Zo kunnen ook haar voorkeuren voor de Europese mythologieën, het benadrukken van de gevoelswaarde van kleur, het
cultiveren van het lokale en de verbondenheid met de plek waar ze leeft naar een
romantische gevoeligheid verwijzen. Dat neemt niet weg dat de toegepaste
expressiemiddelen onverbloemd hedendaags zijn en haar thema’s organisch uit het
eigen levensverhaal ontspruiten.
[1] Wind werd uitgevoerd in een klein deel van de tuin van Museum
Arnhem. In de tentoonstelling staan sociaal-maatschappelijke en symbolische
betekenissen van het gebruik van textiel als materiaal in de hedendaagse kunst
centraal. De catalogus van de tentoonstelling kan besteld worden via de webshop van het museum.
[2] De performance werd
gefilmd door onder meer Bollansée’s zoon en een ander familielid en door Marie
Julia zelf geëdit tot een videodocumentaire te zien op Vimeo. Haar werk ontwikkelt zich meer en meer
tot een coöperatief product.
[3] Wit, aldus curator
Mirjam Westen in de catalogus, staat
voor de dood, goud en zilver vertegenwoordigen de aarde, het fysieke.
Vanaf de Romantiek heeft de gevoelswaarde van kleur een speciale betekenis
gekregen. Blauw is de kleur van het per definitie onvervulbare verlangen, de
oneindigheid.
[4] Behalve
Chemistry dat een sleutelwerk vormt
met betrekking tot de thematiek van de bloedbanden, noemt Marie Julia nog een
aantal videoperformances (in het kader van de reeks To the Absent Audience, een serie miniperformances zonder publiek op video, waarbij kleine handelingen worden voltrokken) die wellicht een ontwikkelingsketen vormen
met Wind, zoals Nature, Mars evenals het
in de tekst besproken Red String. Ook
Animal kan bijdragen aan begrip van
context en samenhang met Wind. Dit alles meldt MJB in een
correspondentie, winter 2013 met Mirjam Westen.
[5] De handeling van het
breien zelf evenals het spinnen en kleuren van de wol vooraf is voor Marie
Julia Bollansée een wezenlijke activiteit. Van kinds af aan vertrouwd met het
spinnen, ontdekt zij in een latere periode de heilzaamheid van het spinnen in
het verwerken van verdriet en rouw. SURVIVAL
KnIT uit 2000 is een installatie met onder andere acht breiwerken waarop
een borduursel in blauwe draad. Het borduursel is een kopie van de tekens die
op de borst van haar man werden getekend om de plek aan te geven waar hij moest
worden bestraald.
[6] Ludwig Lemaire, 'Een wandeling door de tuin’ 2007, een tekst op de website van de kunstenares.
[7] In de
kunstgeschiedenis werd het rituele in de
kunst geformuleerd in 1981 met de tentoonstelling 'Mythos & Ritual in de
Kunst der 70ger Jahren' Kunsthaus Zurich.
[8] Ludwig Lemaire.
[9] Idem.
[10] Robert Rosenblum, Modern painting and the northern Romantic tradition. Friedrich to
Rothko, Londen 1975. Om
die samenhang te verbeelden werden toen poëtische middelen als analogie,
metafoor en metonymia ingezet. In onze tijd worden bestaande
betekenissenverbanden veel minder vast gebruikt en zien we een toename van
privéassociaties en zelf ontworpen ‘symboliek’. Maar toch leiden de oude
symboliek en bestaande clichés een sluimerend bestaan in onze perceptie en
blijven actief.