Waarom aandacht besteden aan de lokale feest- en muziekscene op een blog dat gewoonlijk is gewijd aan beeldende kunst en ontwerp? Het antwoord is, omdat het in de muziek- en feestscene hoe dan ook gaat om smaakontwikkeling en, in het verlengde daarvan, om symbolische zelfbepaling, groepsvorming en afbakening tegenover andere groepen en smaken. De lokale feest- en muziekscene is met andere woorden een cultureel verschijnsel, weliswaar onderscheiden van traditionele, gevestigde culturele orde, maar daarom niet minder de moeite waard.
Cees van Dijk: Dagschotel
Datum gesprek: 19 december 2012
Cees
van Dijk (1991) behaalde zijn vwo-diploma aan het Arentheem College in Arnhem
en bezocht daarna de Vrije Hoge School in Driebergen. Cees van Dijk woont in
Utrecht en in Arnhem en overweegt om volgend jaar muziekmanagement aan de HKU
te gaan studeren. Hij is met Janai Shiboleth de organisator van Dagschotel, een
maandelijkse gebeurtenis in het Arnhemse popcentrum Willemeen.
Hoe noem je jezelf, dj
of zoiets?
Nee,
zeker geen dj. Iedereen noemt zich tegenwoordig dj. Ik draai, maar ik
organiseer ook.
Ik
heb me altijd geïnteresseerd voor muziek. Sinds mijn zestiende speel ik gitaar
en drums. Ik draaide vanaf die leeftijd ook platen, thuis en op school. Dat
ging allemaal nergens heen, eerlijk gezegd. Maar toen deed het gerucht de ronde
dat er onder de naam Dagschotel een nieuw soort feest georganiseerd zou worden
in Willemeen. Ik dacht daar moet ik bij aanschuiven. Ik heb de twee
organisatoren, Janai Shiboleth en Timo Sleegers, die ik overigens allebei niet
kende, een mail gestuurd. Zo ben ik er in terecht gekomen.
Wat is het idee achter
Dagschotel?
Het idee is van Janai Shiboleth. Die wilde een
maandelijks feest organiseren dat volgens hem ieder poppodium zou moeten organiseren:
een avond waar je alle stijlen door elkaar draait. Dagschotel vindt maandelijks
plaats. De ene maand is er een groot feest over alle zalen van Willemeen en de
maand daarop een kleiner feest alleen op de bovenverdieping. Ieder feest heeft
een thema. Dat thema is afgeleid van een fragment van een songtekst en die
songtekst heeft in de regel betrekking op eten. Het feest heet ten slotte niet
voor niets Dagschotel.
Een
van de laatste grote feesten vond plaats in oktober van 2012. We hadden
besloten om die avond de ruimtes beneden te reserveren voor hip hop. We hadden
in dat kader twee crews uitgenodigd: Wantigga uit Deventer en L’Afrique Som
Systeme uit Amsterdam. Het thema van de avond was That shit is banana’s en het hip hop-programma beneden vormde als
het ware de dagschotel. Op de bovenverdieping draaiden Janai en ik daarentegen
zoals gebruikelijk van alles door elkaar.
De
aankleding is in handen van Pim Schrier. Die had voor het grote feest in
oktober zes bananenbomen gehuurd van twee meter hoog. Het huren van die bomen
kostte een fortuin, maar het zag er wel goed uit.
Als ik het goed begrijp
nodig je voor de feesten bands uit, hip hop-crews en wisselende dj’s, maar jij
en Janai Shiboleth draaien ook. Wil dat zeggen dat jullie twee de avonden wat
de muziekkeuze betreft in aanzienlijke mate bepalen?
Dat
klopt. Wij zijn zeg maar de chef koks.
Waar is het jou en Janai
om te doen, of anders gezegd, wat wil je het publiek eigenlijk voorschotelen?
Een
dagschotel maak je met de beste groenten en andere ingrediënten van het
seizoen. Op de feesten van Dagschotel brengen we de muziek die in onze ogen op
dat moment relevant is. Relevant wil zeggen het nieuwste, het interessantste en
het meest dansbare en dat uit allerlei muzikale hoeken.
Dus wat je het publiek
te bieden hebt is kennis van de nieuwste trends en dat zo breed mogelijk?
Ja.
De
bezoekers zijn voor een groot deel studenten van de kunstacademie Artez. Die
kun je overigens niet zomaar op een hoop gooien. Modestudenten zijn doorgans
degene die het meeste drinken en het meest enthousiast zijn, maar weinig van
muziek weten. Studenten van de opleiding Grafisch Ontwerpen weten doorgaans
precies wat je draait.
Wat voor rol speelt
facebook voor jullie?
Facebook
is erg belangrijk. Janai kende aanvankelijk vrijwel niemand in Arnhem. Toen hij
het idee voor Dagschotel bedacht, heeft hij bezoekers van andere feesten en evenementen
vriendschapsverzoeken gestuurd en daarna het eerste Dagschotelfeest gelanceerd
als evenement. Je kon trouwens gratis naar het eerste feest als je je via
Facebook had aangemeld. Via Facebook kunnen we zien wie naar onze feesten komt.
Dat houden we wel degelijk in de gaten. Contact met het publiek is voor ons
sowieso erg belangrijk. Om die reden draaien we ook altijd op een laag podium.
Dat
kun je niet zo zeggen. De Randstad is nog altijd de belangrijkste leverancier
van nieuwe talenten en nieuwe trends. Dagschotel is wel uniek als het gaat om
de uitvoering en in het streven om echt binnen de kaders van een concept te
werken en dat concept zo goed mogelijk uit te diepen. Het organiseren van
Dagschotel is een kwestie van een aantal telefoontjes. Daar gaat niet de meeste
tijd in zitten. Waar wel veel tijd in gaat zitten is het brainstormen over de
opzet en de uitvoering van een avond. We zijn nu eenmaal kieskeurig. Bovendien
moet je, om de nieuwste muziek te brengen, veel luisteren.
Meer
informatie: http://www.facebook.com/dagschotelw1
Rave Train
Datum gesprek: 4 januari 2013
Thor ter Kulve (1990), Ivo Rodriguez (1988), Jochem de
Wit (1985) en Job Willemsen (1985) vormen samen het collectief Rave Train.
Wanneer
zijn jullie begonnen met het organiseren van feesten?
Jochem de Wit: Vier jaar geleden zaten we met elkaar
op de kunstacademie. Een buurman van een van ons gaf een huisfeest in de Saksen-Weimarkazerne.
Omdat we op de kunstacademie zaten, dacht hij dat we de aangewezen personen
waren om de aankleding van het feest te verzorgen. Dat hebben we gedaan. Iedereen
legde dertig euro in en daarvan hebben we bier, erwtensoep in blik, knakworsten
en materiaal gekocht. De geluidsinstallatie en de andere spullen regelden we
via vrienden.
Thor ter Kulve: Het feest vond plaats op 22 december
2009, de kortste dag van het jaar. Er lag een meter sneeuw voor de deur. In het
kazernecomplex toverden we een trapportaal en een lange gang om tot partyzone.
In het trapportaal brachten we een weefsel van touw aan. Iedereen die naar het
feest kwam hadden we gevraagd om kerstverlichting, lampen en andere zogenaamde kerst-
en party-attributen mee te nemen. Die werden ter plekke in dat weefsel
verwerkt. Verderop hadden we een bar gebouwd van piepschuim en die bar hadden
beschilderd met warmtegevoelige zeefdrukinkt. Als je een warm bekertje
erwtensoep op de bar zette, verkleurde hij. We hadden Wunderbaum als naam en thema voor het feest gekozen. Dat woord had
in verband met het jaargetijde voor ons een soort magische klank. Wunderbaum staat
op van die geurmatjes met het silhouet van een dennenboom die je in je auto
hangt en we droegen pakken in de vorm van dat soort geurboompjes met het woord
Wunderbaum erop. De gasten van het feest hadden we ook gevraagd om zich als
Wunderbaum te verkleden.
Ivo Rodriguez: We draaiden alles door elkaar: hip hop,
funk, rock & roll, acid en ga zo maar door. Dat doen we nog steeds. De
mensen die we uitnodigen om te draaien of die optreden zijn vrienden en
bekenden. We vragen mensen die we kennen en die in onze ogen iets goeds doen.
Het was en is dus allemaal tamelijk low budget?
Jochem de Wit: Ja, low budget is naast samenwerking zo
beetje de rode draad. We willen steeds iets nieuws doen. Om dat te kunnen, moet
je de kosten zo laag mogelijk houden. Als je aan het organiseren van feesten
geld wilt verdienen, ben je in onze ogen je vrijheid kwijt. We zoeken altijd
naar plekken waar je voor praktisch niets een feest kunt houden zonder overlast
te veroorzaken. We vragen geen entree of heel weinig entree en drank en eten
kopen we zo goedkoop mogelijk in. Verder doen we een beroep op de mensen die we
kennen als het gaat om de geluidsinstallatie, licht of andere spullen en we
vragen aan onze bezoekers om dingen mee te nemen. Bij het opbouwen en afruimen
worden we geholpen door een groep vrijwilligers die opereert onder de naam Hard Crew.
Ivo Rodriguez: Na het eerste feest namen ons voor om
na een half jaar nog eens een feest te organiseren. Die gelegenheid kwam toen
iemand van de kunstacademie in K13, een inmiddels gesloten kunstcentrum en
theater in Velp, een avond organiseerde waar studenten van de kunstacademie
presentaties gaven. Onze bijdrage was een winkelwagentje met een
geluidsinstallatie. We wilden in de trein tussen Arnhem en Velp met dat
winkelwagentje de gasten voor de avond in K13 verwelkomen. Het winkelwagentje
werkte niet helemaal zoals we wilden. De geluidinstallatie draaide op een
benzinemotor en die haperde. Dat hebben we later verholpen door de
geluidsinstallatie te vervangen door autoradio’s en door die autoradio’s te
laten werken op een 12 volt-systeem dat werkt op accu’s.
Zat
er achter dat winkelwagentje nog een bepaald idee?
Jochem de Wit: Normaal gesproken staat een dj op een
verhoging en is er een zekere afstand tot het publiek. Daar zijn we niet zo
voor. Onze feesten draaien om samenwerking en publieksdeelname. Daarvoor is
zo’n karretje een heel geschikt ding. In eerste instantie hadden we het
karretje voorzien van elektronische speelgoedpiano’s en andere kleine geluidsdoosjes.
Mensen uit het publiek konden dan met de muziek mee geluid maken. Een leuk
idee, maar de herrie die dat opleverde was nogal hinderlijk voor andere bezoekers.
Dus zijn we daar maar mee gestopt.
Thor ter Kulve: Dat is zo. Met zo’n winkelwagentje kun
je op iedere geschikte plek in de openbare ruimte een feestje houden. We hebben
voor een café gestaan, in een fietsenwinkel, in achtertuinen tijdens
verjaardagspartijtjes en ’s nachts in parken. We staan er ook mee op festivals.
We zijn goed bevriend met Camping Comfort
Zone, een groep mensen die chill-out plekken op festivals inrichten. Die
nemen ons mee en dan draaien we zonder uitnodiging ergens in een hoekje of op
een parkeerterrein. We staan tegenwoordig trouwens ook wel eens mèt een
uitnodiging op een festival.
Wat
zijn jullie in de toekomst van plan?
Jochem de Wit:We willen doorgaan met onze Wunderbaumfeesten,
die plaatsvinden in de winter op de kortste dag, 22 december, en op de langste
dag in de zomer, 21 juni, onder de naam Wunderpalm.
Onze feesten draaien om het thema raven
als manier van aanpak en ideologie. We willen ze blijven ontwikkelen wat
betreft hun vorm, aankleding en optredens. We willen een nieuwe weg in slaan door
een aggregaat te kopen zodat we vanuit een vrachtbus zo vrij mogelijk in de
openbare ruimte kunnen gaan opereren. Het plan is ook om in het verlengde
daarvan met een radiozender te gaan werken zodat bezoekers hun autoradio op
onze zender kunnen afstellen. En we zijn begonnen met het brouwen van ons eigen
bier dat we onder de merknaam Super
Lekker op onze feesten willen gaan verkopen. Het is mogelijk om voor weinig
geld heel goed bier te brouwen. Dat is smakelijk voor onze gasten en met dat
zelfgebrouwen bier kunnen we een beetje geld verdienen, zodat onze feesten en
alles wat we daarvoor nog willen ondernemen, zelfbedruipend worden.
Daniël Wenting: Camping Comfort Zone
Datum gesprek: 8 januari 2013
Daniël
Wenting is samen met Daan van Arragon en 50 vrijwilligers de drijvende kracht
achter Camping Comfort Zone.
Wat doet Camping Comfort
Zone?
We
richten op festivals plekken in als chill-outzone, als een rustplek dus, met
vermaak. Aanvankelijk deden we dat op de campings van festivals, maar inmiddels
staan we vaker op een festivalterrein zelf. Al naar gelang het budget en
aanknopend bij een bepaald thema bouwen we een dorp of een andere constellatie.
Dat doen we doorgaans met afgedankte spullen en materialen. In wat we bouwen
kun je pingpongen, prijsjes winnen door het maken van opdrachten en spelletjes
doen. We hebben nog meer voor onze gasten, maar dat wisselt. Je kunt je laten
schminken of beschilderen of zelf sieraden maken. Een beetje rust en
gezelligheid is daarbij belangrijk. Je kunt bij ons voor een euro een beker
koffie en een sigaretje krijgen en dan bij anderen aanschuiven in een soort
huiskamer. Eten en ijsjes bieden we ook aan.
Ik
heb een opleiding gedaan voor de groothandel en de internationale handel.
Handel en omgang met mensen, want dat hoort daarbij, heeft me altijd getrokken.
Ik was op mijn veertiende al bezig met het verkopen van kerstbomen, om maar wat
te noemen. Die kocht ik in bij een leraar Frans op school die een veld met
kerstbomen had. Naast mijn belangstelling voor handel had ik al jong
belangstelling voor muziek. Vanaf mijn achttiende draaide ik als hip hop dj
Max-D. In 2008 maakte ik in Roermond kennis met de Camping Comfort Zone die
voor het eerst op het Solar Festival stond. Ik ben gewoon mee gaan werken en zo
ben ik erin gerold.
Wie bepaalt rond welk
thema jullie iets gaan bouwen?
Camping
Comfort Zone is inmiddels een VOF waarvan ik en Daan van Arragon de vennoten
zijn. We doen samen de organisatie en de administratie. In de aanloop van een
festival beleggen we regelmatig een vergadering met onze vrijwilligers. Dan
komen vanzelf allerlei ideeën op tafel die we gezamenlijk uitwerken. Wie wat
doet en bedenkt is niet helmaal precies te zeggen. Onder onze vrijwilligers
zijn mensen die aan een kunstacademie studeren of daar vanaf zijn, maar ook
mensen met een baan in de zorg of een commerciële of een technische
achtergrond. Iedereen doet waar hij goed in is.
We
doen in 2013 iets van 8 festivals of feesten. In februari nemen we deel aan het
Soenda Indoor Festival in Utrecht. Onze plek is een balkon van ongeveer 11 bij
21 meter met aan weerszijden een trap. Het thema van het Soenda Indoor Festival
is dit jaar de winter. We gaan op ons balkon een winterwereld bouwen met onder
andere een iglo die gemaakt is van duizenden kleine witte doosjes. Je kunt op
ons balkon wintergames spelen op een groot scherm en loungen op blokken van
piepschuim. Het plan is ook om twee grote steigertorens te bouwen waar je je
kunt laten schminken met schmink die oplicht in blacklight. In april
organiseren we een groots aangekleed feest voor onze vrijwilligers en in april
richten we een plek van 20 bij 40 meter in op de outdoorversie van Soenda. In
juni willen we zelf een festival organiseren, maar of dat lukt weet ik nog
niet. In augustus staan we op het Solar Festival. In september op Smeerboel in
Utrecht en in november staan we weer op het Soenda Indoor.
Solar
trekt in augustus iets van 30.000 mensen, Soenda outdoor iets van 3000 en
Smeerboel iets van 5000 mensen.
Kun je er van leven?
Nee,
ik werk al 9 jaar als chef en plaatsvervangend chef bij de Aldi. Voor de
Camping Comfort Zone werk ik vanwege het plezier en natuurlijk zou het leuk
zijn als het kan uitgroeien tot iets waar we van kunnen leven. Het
belangrijkste is samen een hele goede ruimte opzetten waar je het publiek echt
iets biedt en een sfeer creëert waardoor bezoekers zich thuis voelen.
We
willen natuurlijk nog beter worden en op de echte grote festivals terecht
komen, maar of we die ambitie zomaar kunnen realiseren, is de vraag. De feest-
en festivalsector in Nederland is de kinderschoenen al lang en breed ontgroeid.
Volgens een onderzoek van de Buma/Stemra gaat er in Nederland in de dancescene
jaarlijks een half miljard euro om. Niet alleen de omzetten zijn gegroeid ook
de kwaliteit en de professionaliteit. Onze comfortzones zijn nog altijd een
lowbudget-aangelegenheid. We bouwen ze in korte tijd en zo goedkoop mogelijk
op. Als we mee zouden willen doen met de top, dan zouden we aanzienlijk meer
tijd en geld moeten steken in de ontwerpkwaliteit, de duurzaamheid en de
uitvoering van onze projecten. Zoals ik al zei, denken we na over het
organiseren van onze eigen festival. Dat moet een speeltuin voor volwassenen
worden. Je moet je er thuis voelen, kunnen recreëren, op een rave uit je dak kunnen
gaan en kunnen chillen, net alsof je op vakantie bent.
Meer
informatie: http://www.facebook.com/campingcomfortzone
Yosser Dekker: PopupKlup
Datum gesprek: 5 januari 2013
Yosser Dekker (1987) studeerde weg- en waterbouwkunde
aan de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen. Hij is verantwoordelijk voor de
programmering van de PopupKlup, die ieder weekeinde zijn deuren opent in een
voormalige nachtclub in de Arnhemse Hoogstraat.
Twee
maanden geleden ben je met de PopupKlup begonnen. Hoe kwam het daartoe?
De PopupKlup heeft een voorgeschiedenis. Voordat de
PopupKlup opende, heb ik met een groep mensen Roof Garden georganiseerd, een
publiek toegankelijke tuin op het dak van een parkeergarage in het centrum van
Arnhem. Dat is als aanloop naar de vorming van de groep mensen waarop de
PopupKlup steunt niet onbelangrijk geweest. Maar als ik die voorgeschiedenis en
die groep mensen even buiten beschouwing laat, komt de PopupKlup voort uit de
gedachte dat je met de leegstand in de Arnhemse binnenstad en met name op de
Korenmarkt, het uitgaansgebied, iets moois zou kunnen doen. Dat vraagt wel
durf. Je moet het lef hebben om niet voor het geld te gaan, maar voor de lol,
het plezier. Hoe leuker iets is, hoe minder geld je daar voor hoeft te krijgen,
vind ik. Op grond van dat soort overwegingen ben ik met Maurice Schoot, een
vriend die een café heeft op de Korenmarkt, en met andere mensen aan de
PopupKlup begonnen. Ons doel is simpel. Je neemt en leegstaand pand en daar
maakt je, door een goede programmering en door goede communicatie met het
publiek via onder andere sociale media, de hipste en meest gewilde plek van de
stad van. Dat doe je zes maanden en dan pak je je biezen, want als het te lang
duurt, verpietert het.
De PopupKlup is gespecialiseerd in elektronische
muziek: techno, house, drum’n’bass, UKbass en dat soort genres. Van die muziek
hebben we verstand. We hebben er een visie op. Waar we iedere donderdag,
vrijdag en zaterdagavond aan werken is om van de PopupKlup een plek te maken
waar je echt héle goede elektronische muziek kunt horen. We willen breder,
dieper en gevarieerder zijn dan anderen. Onze muziek moet de bezoeker verrassen
en meeslepen. Het gaat niet in de laatste plaats om beleving: de muziek van een
bepaalde avond moet een samenhangend geheel vormen en er moet chemie zijn
tussen de muziek als geheel en het publiek. Een geslaagde avond is trouwens ook
afhankelijk van de communicatie er omheen. Als je house draait dan moet je dat
doen voor het juiste soort houseliefhebbers en die moet je op een of andere
manier vooraf al bereikt hebben.
Een pek als de PopupKlup werkt alleen als je een volle
bak hebt. Dat betekent bij onze omvang iets van 200 mensen per avond. Om die
reden hebben we ervoor gekozen om in de eerste twee maanden van ons bestaan te
fungeren als podium voor collectieven die werken met een bepaald concept en die
al een achterban hebben. We nodigden initiatieven als Dagschotel, Subcity, Forms en New Dutch School uit om avonden van begin tot einde in te vullen. Daarmee
hebben we inmiddels een eigen achterban ontwikkeld. We gaan de komende vier
maanden zelf of rechtstreekser onze avonden invullen. We hebben Manual Music gecontracteerd, op dit
moment een van dé labels als het gaat om melodieuze house. Manual Music geeft
binnenkort een schowcase. Deel van onze eigen programmering zijn ook de optredens
van Arjuna Schiks uit Amsterdam en Perc, een Britse dj.
Nee en dat is ook nooit de bedoeling geweest. Niemand
van ons leeft ervan. Dat is niet mogelijk. De PopupKlup is afhankelijk van de
inbreng van een groot aantal mensen. Moyca Gort verzorgt de inrichting, Jelmer
den Adel denkt na over het concept achter de muziek en de ruimte. Maurice
Schoot is verantwoordelijk voor de economische kant van de zaak, Lisa van Kleef
zorgt voor de visuele presentatie en Marloes Verhoeven werkt mee aan de programmering.
Al met al is er een groep van tachtig mensen die de PopupKlup op een of andere
manier mogelijk maakt. Die tachtig mensen vormen onder andere via facebook een
netwerk. Aan de PopupKlup zelf houden we geen geld over, maar via ons netwerk
slepen ik en anderen wel betaald werk binnen. Je speelt informatie en
opdrachten aan elkaar door. De PopupKlup zou je kunnen zien als een deel van
het nieuwe werken. De overheid heeft geen geld meer, de sector waar ik voor
gestudeerde, de bouw, is min of meer ingestort en dus moet je zelf je eigen
winkel beginnen. In je eentje is dat moeilijk. Niet iedereen is even gehaaid. Met
een groep mensen, die een bepaalde belangstelling en passie deelt, gaat het
beter.
Meer informatie: http://www.facebook.com/PopupKlup?fref=ts
Pascal Rietman: 8Bahn
Datum gesprek: 14 januari 2013
Pascal Rietman (1985) vormt samen met Armin Pillen en
Niels Lenferink het collectief 8Bahn. Nauw verbonden aan het collectief zijn
ook Bert de Rooij en Pascal van Delden.
In
2007 ben je begonnen met het organiseren van feesten, had dat enig verband met
je voorgeschiedenis?
In sommige opzichten niet en in andere wel. Ik ben
geboren in Enschede en opgegroeid in Eibergen. Na mijn middelbare school heb ik
een tijdje de pabo bezocht en een opleiding commerciële economie gevolgd aan
een hbo. Die opleidingen heb ik niet afgemaakt. Ik ben op een gegeven moment
gaan werken als accountmanager bij de KPN. Die betrekking heb ik pas in 2011
opgegeven om voor 8Banhn fulltime aan de slag te gaan. Aan het bloeiende muziekleven
in de Gelderse Achterhoek, de fanfares en harmonie-orkesten, heb ik nooit deelgenomen.
Maar ik had toen ik jong was wel belangstelling voor progressieve elektronische
muziek. In 2007 en de jaren daarvoor was er in Nederland een kleine, maar levendige
en vrolijke scene van liefhebbers van dat soort muziek. Als je op een feest
kwam kende je op z’n minst een derde van de bezoekers omdat je ze al eens had
gezien op eerder feesten. De feesten speelden zich voor een belangrijk deel af
in het Westen. Amsterdam was zo’n beetje het brandpunt, hoewel er ook in
Nijmegen het een en ander gebeurde. In het Oosten, de Achterhoek, Arnhem en de
rest van de regio boven de Rijn, waren feesten met progressieve elektronische
muziek een relatief onbekend verschijnsel. Dat was de reden waarom ik en een
stel vrienden besloten om in 2007 in Unitas in Wageningen zoiets te organiseren,
al wisten we eigenlijk niet of daar een markt voor was. We hadden één zaal en
een kelder. In de zaal brachten we een Amerikaanse techno dj en producer, Tim
Xavier, die zijn eigen muziek liet horen. Daar omheen waren er gedurende de
hele nacht andere dj’s te beluisteren.
De inhoud van dat begrip is sinds 2007 nogal veranderd,
want de ontwikkelingen gaan op dat gebied nogal snel. Maar in 2007 verstonden
we onder progressieve elektronische muziek alles tussen de tamelijk abstracte
muziek van het oude Kraftwerk en Front 242 en wat je toen hedendaagse techno
noemde. Rond 2007 noemden we zulke abstracte progressieve elektronische muziek
ook wel minimal. Minimal was niet
gestructureerd in coupletten en verzen, maar ontwikkelde zich met minimale
effecten als een soort trein. De belangrijkste bron van minimal en andere
progressieve elektronische muziek was Berlijn. Na de Duitse eenwording was Berlijn
een brandhaard van allerlei nieuwe ontwikkelingen. Bovendien hebben de Duitsers
een lange traditie van experimenten met elektronische muziek. Vóór Kraftwerk,
dat in 1970 begon, had je iemand als Klaus Schulze en die sloot weer aan bij
andere, nu min of meer vergeten musici die experimenteerden met elektronica. De
Duitse en vooral Berlijnse oorsprong onderscheidde de progressieve
elektronische muziek en de minimal van house. House was van oorspong afkomstig
uit Amerika. House ontstond in de zwarte gemeenschap en de gayscene, met
Detroit en Chicago als belangrijkste centra.
Hoe
heeft 8Bahn zich na 2007 ontwikkeld?
Het eerste feest in Unitas was vrijwel onmiddellijk
uitverkocht en vervolgens zijn we al snel verder gegaan met het organiseren van
volgende feesten. Wat we hebben gedaan loopt nogal uiteen. Als je ons archief
op internet bekijkt kun je dat zien. Maar er zit wel een rode draad in. Van
belang is dat we in de regio zijn blijven opereren. Het Oosten, met als centrum
Arnhem, zien we als onze basis. In Arnhem organiseren we tegenwoordig vooral
feesten in leegstaande panden, waaronder Loods008 of het Transformatorhuis. De
ene keer wat groter, de andere keer bewust klein. Echt massaal, want vrij
toegankelijk, is het festival dat we sinds 2009 organiseren op Koninginnenacht
en de daaropvolgende Koninginnedag in het park achter Musis. En verder hebben
we in 2010 en 2012 festivals georganiseerd in het park Presikhaaf in Arnhem en
op het terrein van de Prins Maurits Kazerne in Ede.
Op onze feesten in Luxor kwamen iets van 500 tot 700
mensen. Het tweedaagse festival in Ede trok 4000 bezoekers en tijdens het
Musisfestival staan er permanent iets van 3000 mensen op het terrein, maar die
mensenmassa verandert door de vrije toegang voortdurend van samenstelling. De
schaal waarop we operen verschilt van evenement tot evenement, maar we hebben
altijd vastgehouden aan het idee dat het programmeren van progressieve
elektronische de kern van onze activiteiten moet vormen. Zoals ik al zei,
ontwikkelt de elektronische muziek zich snel. Genres gaan verbindingen aan en
uit de ene subcultuur ontstaat de volgende. Dat betekent dat je als
programerende organisatie steeds op zoek moet gaan naar nieuwe niches, nieuwe
vormen en nieuwe talenten; niet alleen via internet maar ook door te reizen. Onvermijdelijk
betekent progressief programmeren ook het opvoeden van je publiek. Ons publiek
is nieuwsgierig. Het verwacht van 8Bahn een bepaald programma, maar zoals ieder
publiek haakt het af als de programmering onsamenhangend is. Je moet dus goed
nadenken over hoe en in welk kader je nieuwe dingen brengt.
Laat ik beginnen met de obstakels of beter gezegd de
uitdagingen. We denken na over een nieuw zomerfestival, ergens in de regio. We
hebben in het verleden onze eigen festivals georganiseerd in Arnhem en Ede. In
beide gevallen hebben we te maken gehad met klachten over hinder en geluidsoverlast.
In Ede heeft de gemeente dat zwaarder laten wegen dan onze belangen. Daar
hebben we begrip voor, maar we hebben besloten om onze activiteiten op de Prins
Maurits Kazerne in Ede te staken. In Arnhem is de ruimte voor technofestivals
beperkt. We zijn er evenwel van overtuigd dat de gemeente met ons meedenkt en
dat de keuzes en prioriteiten van de gemeente Arnhem op het gebied van muziek,
cultuur en natuur ons voldoende perspectief bieden om ons in Arnhem verder te
ontwikkelen. We hebben in ieder geval op dit moment een stevige samenwerking
met het Free Your Mind Festival dat 1 juni plaatsvindt op de Arnhemse Stadsblokken.
Afgezien daarvan moeten we nadenken over de markt als geheel. Toen we in 2007
begonnen waren we in het Oosten zo’n beetje de enigen. Nu is er van alle kanten
concurrentie. 8Bahn bedient een nichemarkt, maar in die niche is het overvol
met organisatoren die net als wij zeggen dat ze de nieuwste ontwikkelingen op
het gebied van elektronische muziek brengen. Of iedereen die ambitie ook daadwerkelijk
waarmaakt, valt te bezien. Het houdt je wel scherp. Je bent gedwongen om na te
denken over je eigen kwaliteiten en kansen. Die zien we nog steeds. Het lastige
probleem van de leegstand van vastgoed is een van de zaken waar we ons op dit
moment mee bezighouden. Is het bijvoorbeeld mogelijk om in samenwerking met
vastgoedbeheerders en de gemeente kleine feesten te organiseren op wisselende
locaties? Niet minder belangrijk is het uitbreiden van onze contacten met het
kunstonderwijs, Artez en het ROC, en meer in het algemeen met de culturele
sector. In hoeverre kun je kunstenaars en ontwerpers een plek gegeven binnen je
evenementen? In het verleden werkten de zakelijke wereld, de feest- en festivalsector
en de culturele sector vrijwel gescheiden van elkaar. Toen het economisch goed
ging, hoefde je niet over je eigen schutting te kijken. Nu de markt op z’ n gat
ligt en de overheid bezuinigt, ziet iedereen in dat je iets nieuws moet
verzinnen om kansen te scheppen. Kansen liggen wat ons betreft in samenwerking.
Meer
informatie: http://8bahn.nl/
Het archief van
8Bahn: http://partyflock.nl/organization/2756/archive.html#archive